Eén van de
laatste verdachten in de officieel geheten rechtszaak de contextzaak, maar beter bekend als jihadzaak, is de 41 jarige Moussa L. alias Abou Ilias die op 15
oktober voor de rechter verscheen. Moussa is een kind uit een gezin met 7
kinderen. Hij heeft op het speciaal onderwijs gezeten en de LBO afgemaakt.
Tussen 2003 en 2008 heeft hij een Melkertbaan gehad maar heeft daarnaast weinig
werkervaring opgedaan. De Marokkaanse Nederlander heeft wat gezondheidsklachten
zoals diabetes en migraine.
In 2008 is
Moussa praktiserend moslim geworden. Als reden hiervoor noemt hij het feit dat
hij een kind kreeg en tot zijn verbazing constateerde dat er weinig informatie
over de Islam te vinden is, in tegenstelling tot zaken als drugs, alcohol en
geweld.
Uit het
reclasseringsrapport, dat de rechter voorlas, blijkt dat Moussa boos is op de
Nederlandse samenleving en weinig vertrouwen heeft in instanties maar
desondanks al zijn afspraken is nagekomen. Zelf zegt hij hierover: “Ik ben als
moslim verplicht om mijn contracten na te komen.” De rechter merkte ook op dat
Moussa niet zo heel veel mensen in zijn netwerk heeft naast de groep in de
Haagse jihadistengroep zoals Azzedine C. en Rudolf H. “Ik hou meer van hen dan
van mijn eigen broers bij wijze van spreken”. Moussa gaat uitsluitend om met moslims,
heeft een laag gevoel van eigenwaarde en is bang om in een sociaal isolement te
verkeren, blijkt uit het reclasseringsrapport.
Op de vraag of
hij de strijd in Syrië gerechtvaardigd vindt zei hij het niet te kunnen
oordelen omdat hij daar niet is. “Heeft uw fysieke gesteldheid te maken met het
feit dat u niet in Syrië zit?” Abou Moussa ontkent
dit niet maar voegt er wel aan toe dat hij niet overtuigd is van zijn eigen
goede intentie.
Moussa’s vermeende betrokkenheid
Behalve het
reclasseringsrapport confronteerde de rechter de verdachte ook met het
strafdossier. Op een foto zou Moussa te zien zijn alsof hij een lezing gaf bij
stichting Instisaar aan de Meppelweg. Moussa zei dat het éénmalig was omdat
Azzedine het vroeg maar lezingen heeft hij niet gegeven “want je moet het maar
net kunnen om voor een groep mensen te praten” en hij wordt er emotioneel en
zenuwachtig van.
De rechter
wilde ook weten wat zijn rol bij de groep was. In het dossier stond een email
van Azzedine gericht aan 17 mensen van het project Dawa. De mail eindigde met
een verwijzing naar Abou Ilias bedoeld, voor degenen die meer informatie
wilden.
Voor de rest werd
de verdachte ook herinnerd aan de foto’s te bij de Ardennen trip, de reizen
tussen 2003 en 2007 van wie vele jongeren later zijn uitgereisd naar Syrië.
Moussa is niet naar Syrië geweest maar wel naar Marokko samen met Azzedine en
Hatim R. (een Syriëganger). Daar hebben ze een ontmoeting gehad met de radicale
imam Omar El Haddouchi die in 2003 een gevangenisstraf kreeg van 30 jaar voor
zijn betrokkenheid bij de aanslagen in Casablanca in hetzelfde jaar, die tot 33
doden leidde. Ook zou hij jonge Marokkanen hebben gerekruteerd om in Syrië te
strijden. In 2012 kreeg de prediker gratie van de Koning. Moussa zei niet op de
hoogte te zijn geweest van zijn veroordeling.
Een ander
verwijt dat wordt gemaakt aan het adres van Moussa is dat hij kinderen van 15
jaar zou hebben opgejut. Volgens een getuige zou Moussa met de kinderen in zijn
kelderbox bijeenkomsten hebben gehouden. De getuige heeft hierop de politie
gebeld en heeft ook bij de rechter-commissaris een consequent verhaal verteld.
Volgens Moussa is zijn kelderbox zo’n grote rommel dat er niet eens veel mensen
in zouden passen. En wat als de getuige hem daar heeft gezien met andere
mensen. “Ben ik dan verdacht?”
Kort lontje
Zowel uit het
dossier als de indruk die Moussa in de rechtszaal maakte, kan geconcludeerd
worden dat hij een kort lontje heeft. In het begin gaf de rechter de
mogelijkheid aan Moussa om na elk uur te gaan pauzeren vanwege zijn
concentratieproblemen. Moussa werd emotioneel toen de rechter vroeg naar de
politie-inval in zijn huis. “Ze hebben mijn vrouw een klap gegeven en mijn kind
tegen een deurpost aangegooid. Wie aan mijn familie komt, komt aan mijn eer. Ik
breek zijn nek. Ik ben nu emotioneel.” Waarop de rechter besloot om te
pauzeren. Eveneens werd gevraagd naar de vermeende bedreiging die hij tegenover
een agente heeft gedaan. De verdachte plaatste een foto van haar op twitter met
de tekst ‘Moge Allah jullie vervloeken’. Op de achtergrond was een jihadvlag te
zien. De rechter ging hierop door, verhoogde zijn toon waarop Moussa weer
emotioneel reageerde en weer werd de zitting onderbroken met een pauze.
Ook de
aanklager stelde Moussa wat vragen: “U zegt vol te zitten met woede maar zegt
het onder controle te hebben, waaruit blijkt dat?” Moussa’s antwoord was dat
hij sinds 1998 niet meer in aanmerking is gekomen met justitie. Om zijn woede
onder controle te houden verrichten hij smeekbeden.
Antropoloog
Martijn de Koning die de Haagse groep volgde beschreef hem als iemand van de outter circle die wel vaste klant was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten