De laatste van de reeks verdachten die werden ondervraagd was de 21 jarige
Jordi de J. die een korte tijd in Syrië heeft gezeten. Het OM verdenkt hem deel
te hebben genomen aan de Jihadistische strijd, Jordy heeft een andere versie.
Net zoals bij alle andere verdachte begon de rechter met een inleiding waarbij
het verleden van Jordi werd samengevat. Jordi lijdt aan een reactieve hechtenis
stoornis, een psychische aandoening die in de jonge kinderjaren wordt
ontwikkeld. Kinderen met deze stoornis kunnen zich emotioneel niet hechten aan
hun ouders en op latere leeftijd kunnen ze moeilijk onderscheid maken tussen bekenden
en relatief onbekende mensen.
De bekeerling heeft geen contact met zijn vader en een moeizame trek- en afstoot
relatie met zijn moeder. De geboren Vlaardinger is eveneens kunstzinnig, zo heeft hij ooit meegedaan
met het tv-programma X Factor en
houdt van dansen.
In zijn jeugd heeft hij zich tevens schuldig gemaakt aan vele diefstallen,
is vaak ontslagen bij werkgevers en noemt het zelf een wonder dat hij geen strafblad heeft. Toen hij in 2009 geld had
gestolen van zijn stiefvader, werd hij naar Jeugdzorg gestuurd. In 2011 ging
hij wonen onder begeleiding, in het jaar waar hij praktiserend Moslim is
geworden en ging trouwen bij de Imam. Jordy noemt zichzelf niet specifiek
salafist maar een Moslim die wil leven zoals er in de tijd van de profeet
(vzmh) en zijn metgezellen geleefd werd en daar hoort de Sharia ook bij.
Voorafgaand aan zijn reis
Het jaar erop, in 2012, werd aan Jordi verteld dat hij iets moest doen voor
zijn broeders en zusters in Syrië, dat kon op verschillende wijze: door te
strijden of door zieken te verzorgen.
Naar eigen zeggen wist hij toen nog niet dat er verschillende groeperingen
aan het vechten waren. Voordat hij naar Syrië vertrok keek hij diverse
propaganda filmpjes op facebook, “Misschien 10 minuten per week en misschien
heeft dat een rol gespeeld in mijn keuze”.
Eind 2012 begon hij stichting Intisaar te bezoeken, de stichting waar vele
jongeren later zijn uitgereisd naar Syrië. Jordi zegt via Thijs Belmonte met
deze stichting in aanmerking te zijn gekomen. Hij is de voorzitter van de
stichting en vertrok zelf in 2013 naar het Kalifaat.
Thijs zou hem gevraagd hebben of zij (Delft) zich wilden aansluiten bij de
jongens in Den Haag. Jordi werd ook gevraagd of hij penningmeester wilde zijn: “Toen
wist ik niet eens wat penningmeester was”. Toen zag hij Azzedine C voor het
eerst zei hij in de zitting maar de rechter wees hem erop dat hij in een
eerdere verklaring had gezegd Azzedine in 2011 ontmoet te hebben voor het
eerst. Ze gingen met zijn drieën naar de Kamer van Koophandel, hij gaf zijn
paspoort en handtekening en klaar waren ze.
Stichting Intisaar bezocht Jordi totaal zo’n vijf keer waar hij onder
andere met Dennis Honing, Victor D. en Nordin B. (beiden zitten nu in Syrië)
sprak. Jordi zou samen met Victor naar Mekka gaan maar Victor was zijn paspoort
vergeten bij de inschrijving. Later is hij Victor tegengekomen in Syrië.
De rechter zei dat Jordi bij de psychologen behoorlijk openhartig is
geweest. Zo zei hij dat mensen die bij Lebara werkten, één voor één naar Syrië
vertrokken en tegen Jordi werd gezegd: “Schandalig, dat jij hier nog bent.” Op
de vraag wie dat was, zei hij dat het niet de verdachten in dit proces waren.
Voor de rest vertelde Jordi pas na zijn terugkomst uit Syrië in contact te zijn
gekomen met Straat Dawa en plekken als koffiehuizen Frankies en Fez bezocht
te hebben.
Essalam moskee geeft gratis ticket
naar Mekka
Merkwaardig was de verklaring van Jordi over zijn reis naar Mekka in
oktober 2012 wat georganiseerd is door de Rotterdamse Essalam moskee. De Imam
die Jordi kende had gezegd dat Jordi, als bekeerling, gratis naar de
Pelgrimstocht in Mekka mocht gaan en vroeg aan Jordi of hij nog een bekeerling
kende. Jordi stelde Dennis Honing voor maar toen deze een keer met de pinpas de
gesloten deur van Essalam moskee had opengemaakt mocht hij niet meer mee.
De rechter zei dat de moeder van Jordi vermoedde dat er meer achter zat en vroeg
of er een tegenprestatie werd gevraagd. Jordi zei de imam van de Moskee, Yassin
Elforkani, te kennen en dat er niets mis is met deze moskee. Wist Jordi waar
het geld vandaan kwam? Ja, uit Saoedi-Arabië. De rechter uitte zijn verbazing: “Zo’n
reis kost duizenden euro’s, er zijn wachtlijsten, veel mensen kunnen maar één
keer in hun leven gaan en u kunt er zomaar naar toe gaan? Als ze het betaalden
voor een arme man van 65 jaar, kon ik mij nog iets bij voorstellen”.
Jordi zei dat het een speciaal aanbod was voor bekeerlingen en een bekeerde Moslimagent, 4 andere bekeerlingen en het bestuur en imam van de moskee gingen ook mee.
Toen hij vervolgens terugkwam, merkte Jordi vele veranderingen. Zo
bekommerden mensen zich opeens om Moslims in Syrië en Irak. Er werden
huiskamerbijeenkomsten georganiseerd waar Jordi ook voor werd uitgenodigd.
Jordi wist niet wat er in Syrië gaande was en stelde er ook geen vragen over
want hij vond zichzelf niet de juiste persoon om vragen te stellen.
Mensen gingen naar Syrië en de eerste die hij kende was Mourad Massali (in 2013 overleden). Toen wilde Jordi weten wat er gaande was.
Op vrijdagen ging Jordi naar de Al Qibla Moskee in Zoetermeer, daar sprak hij met Soufiane Zerguit die tussen de regels door gezegd zou hebben dat Jordi ook naar Syrië moest gaan. Ook sprak hij met anderen in de groep zoals Nordin en Shaheed.
Mensen gingen naar Syrië en de eerste die hij kende was Mourad Massali (in 2013 overleden). Toen wilde Jordi weten wat er gaande was.
Op vrijdagen ging Jordi naar de Al Qibla Moskee in Zoetermeer, daar sprak hij met Soufiane Zerguit die tussen de regels door gezegd zou hebben dat Jordi ook naar Syrië moest gaan. Ook sprak hij met anderen in de groep zoals Nordin en Shaheed.
Reis naar Syrië
In februari 2013 was het dan zover, Jordi ging samen met een vriend naar
Syrië. Een Turkse jongen uit Delft, Ahmet P. (reisde zelf ook af naar Syrië).,
zou hem eerder een brief met een routebeschrijving en Syrische nummers hebben
gegeven, waaronder van een smokkelaar. Ondanks waarschuwingen van de AIVD aan
het adres van de moeder van Jordi, vertrok hij. Agenten van de geheime dienst
kwamen ook naar Jordi om hem te confronteren met zijn gedrag. Zo was Mourad
Massali bij Jordi ingeschreven zodat hij meer studiefinanciering kon ontvangen.
“Ze zeiden dat het mijn schuld was dat hij naar Syrië is gegaan en ik werd er
bang van”.
Er was wel een belangrijke reden om te blijven in Nederland want Jordi was
net vader geworden, toen hij vertrok was zijn kind 14 dagen oud. De rechter: “Dacht
u niet, ‘verdorie, ik laat mijn vrouw en kind in de steek als ik vertrek”?
Jordi: “Als ik nu terugkijk wel maar destijds niet. Ik zat in de schulden,
de AIVD zat op mijn dak en ik dacht dat het Assad-regime snel zou vallen.” Op
de vraag hoe hij het laatst genoemde kon denken antwoordde Jordi dat anderen
dat zeiden en dat hij zelf geen eigen mening had.
Jordi verbleef in een Turks-Syrisch grensplaatsje Bab al-Hawa. Daar
aangekomen zei Jordi tegen de mensen dat hij niet kwam om te vechten maar om
mensen te helpen. Mensen reageerden verbaasd en toch werd Jordi naar een
trainingskamp gestuurd. Daar deed hij alsof hij geblesseerd was omdat hij niet
wilde vechten. Dat Jordi geen vechterstype is blijkt ook uit verklaringen van
andere, ze noemen hem onder andere zachtaardig. Ook in zijn jeugdjaren was hij
een passief persoon die op school nooit meedeed met rennen.
In Syrië dachten ze op een gegeven moment dat hij een spion was maar na
tweeënhalve maand mocht hij toch vertrekken.
Toch zijn er twee getuigen die Jordi met een wapen zouden hebben gezien. De
eerste was Achmed S. die het OM aanvankelijk zag als ‘kroongetuige’. Maar
Achmed trok bijna al zijn verklaringen tijdens de hoorzitting in en maakte
zichzelf daarmee ongeloofwaardig. Jordi noemt hem een ‘psychologisch zwak
persoon’. Zo kwam hij de ene keer wel naar de moskee, en de andere keer niet.
De tweede getuige is de Belgische teruggekeerde Syriëganger Jejoen Bontinck.
Bontinck heeft zelf slechts 20 dagen in Syrië gezeten en was kroongetuige in
het proces tegen Sharia4Belgium. Hem werd verwijten gemaakt om zoveel mogelijke
verdachte als schuldig aan te merken om zo zelf zijn straf te ontlopen.
Bij zijn terugkomst werd Jordi ook penningmeester bij project Dawa. Op de
vraag wat hij toen wist over straat dawa en behind bars, zei hij dat dezelfde
mensen erachter zaten.
Na dit deel, ging de zaak verder in een besloten zitting. Tegen Jordi is 3
jaar geëist waarvan 1 voorwaardelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten